zaterdag 20 december 2008

Korte en lange klinkers

Korte en lange klinkers onderscheiden zich niet in de natuur van de klank, enkel in lengte, nl. de tijd hoelang de klinker aangehouden wordt of klinkt.

èè is de lange uitgave van è. Weten (wèète) - ket (kèt)

oe is altijd kort. De lange AN oe wordt oo in het Antwerps

ù (rug) is de scherpe, korte tegenhanger van uu die in het Antwerps als eu voorkomt. (oem de meuren oep te loëpe)

ui is de lange vorm van de doffe e (kort, al dan niet beklemtoond)

à (mat) is de korte vorm van àà (durven)

a (gevolgd door l - stal) wordt lang in aa (u, vrouw en gauw)

o (rot) wordt lang in oa (bloaze)

ie is kort/halflang, de lange ie wordt ee (mier - meer)

(wordt vervolgd)

maandag 15 december 2008

De spreker doet een beroep op de stemmer

De Antwerpse Jan-met-de-pet doet een beroep op de blinde pianostemmer. Wat horen we? en wat zeggen we?

Zeggen we wel wat we horen? of Horen we niet goed wat we zeggen?

Toen ik het artikel over Keufke en de Castafiore herlas, maakte ik me de bedenking als ik geschreven zag staan d'Avontuere van Keufke:
Wat zeggen de mensen als ze "avonturen" of "avonduren" zien staan?
àvonteure of àvontuëre en oavonteure of oavontuëre?
De Nederlandse eu of uu(ë) of ui? (zeur, zuur, zuil)

Kuifje wordt als verkleinwoord kuifke verkort tot këfke (met korte, beklemtoonde doffe e. Kuif wordt als koif /koa.ef/ uitgesproken.
Zit er ook waarheid in de spelling Keufke? De korte u van het Westvlaamse "mug" lijkt ook op een doffe e. De eu van AN. deur is zeker niet in het geding. Het is en blijft een doffe e. Maar. Ik kan de naam van de reporter niet weergeven als Kefke, omdat in het Nederlands de enkele e in een gesloten lettergreep als è (van zèt, mèt, bèd) wordt uitgesproken.

Köfke doet mij nog te veel aan den Dolf denken en de massa Kreuze op soldatenkerkhoven. Bent u het eens om onze held toch Këfke te noemen?

Dan schrijven we ook petëzze in plaats van peteuzze, begëzze, mëzze, bërst, rëst, flëstere, dëster, koerëzje.

We behouden de eu voor meur ipv. muur en breur ipv. broer en schuiven dus ook naar kluir op ipv. kleur. Napoleon heeft ons couleur leren bekennen. Maar de Sansculotten hadden niets in de pap te brokken. Of zeggen we niet wat we horen?

Er is ook een verschil tussen de aa en de àà. Zot van aa. En van Aàntwààrepe! Tussen de aa van naa (AN. nu) gaa (AN. gauw) en kaa (AN. kou) en de àà van wààrek (AN. werk), dààrem (AN. darm), tàànd (AN. tand) of tàànt (AN. tante).

Zeggen we meer als we mier bedoelen? Meir als we een meer (ne plas water) bedoelen?
Miër als we meer (groter dan) willen zeggen?

Zeggen we mooder als we moeder lezen? En boor als we het over nen boer hebben?
Of is het mouder? En bour?
 

Gelezen - december 2008

Toen ik "Het Belgisch Labyrint" van Geert Van Istendael binnenbracht in de bib, stootte ik op het bij De Geus uitgegeven vertaalde "De Shock-doctrine" - de opkomst van het rampen-kapitalisme - van Naomi Klein. Ik ben aan 't lezen. Daarnaast vond ik de nog twee ontbrekende delen in de reeks Taal in stad en land "Vlaams-Brabants en Antwerps" van Miet Ooms en Jacques Van Keymeulen en het deel "Oost-Vlaams" van Johan Taeldeman.

Om de vijf te vervolledigen nam ik ook nog twee werken mee over taal.
Taal als mensenwerk - het ontstaan van het ABN - van Nicoline van der Sijs bij SDU en "Het verhaal van een taal - negen eeuwen Nederlands - van Jan W. De Vries, Roland Willemijns en Peter Burger bij Prometheus - Amsterdam (1993) mee, waarin ik de hoofdstukken over spelling verslonden heb.

Vergelijkende spelling - 001

Ik nodig u uit om onderstaande tekst om te zetten in uw Westvlaams, Oostvlaams, Limburgs, Kempens, Leuvens, Aalsters, ... enz. dialect. De tekst is niet echt bestudeerd om alle fonemen aan bod te laten komen. Er komt later alsnog een meer representatieve tekst in aanbieding. Rome en Parijs zijn ook niet op één dag gebouwd.
Uit de Gazet van Brussel van deze week heb ik één paragraafje gelicht en vertaald naar het AN en het Deurnes (bij Antwerpen)

EINDIGEN IN SCHOONHEID: OVER VRETEN EN ZUIPEN!
FINIR EN BEAUTÉ: OUVER FRETTEN* EN ZOEIPE*!
STOPPEN IEN SCHOEËNHAD: OUVER FRÈÈTEN EN ZOIPE!

De achtste les van de serie conversatietafels met Geert en
De achtste les van de seree konversoêsetoêfels* mè de Geert en
D'àchste lès vàn de seree konvèrsoasetoafels mè de Gieërt èn de

Robert. En zoals het spreekwoord zegt: de laatsten zijn de beste.
Robert. En gelak as* et spreikwoud zeit*: de leste zaain* de beste.
Robeir. En gelàk às dà 't spreikwourd zèè: de lèste zèn de bèste.

Deze les gaat immers over hoe je in 't Brussels bezig bent over
Deis* les goêt* oemes ouver ooda ge in ’t Brussels beizeg zet ouver
Dèès lès god oemes ouver hoodà g'in 't Brussels bèèzeg zèd ouver

eten en drinken, met andere woorden over vreten en zuipen. En daar is
eiten en drinke, mè ander wouren* ouver fretten en zoeipe. En do* es
èèten èn driengke mè àànder wourden ouver frèèten en zoipe. En dor ies

niet alleen uitleg bij, maar ditmaal brengt Geert ook een beetje
ni allien oeitleg baa, mo deize ki* bringt de Geert oek ’n betsje*
nie allieën oitlèg baaë, mor dèèze kieër brèngt de Gieërt oek 'n bietsje

van alles mee, zoals pain à la grecque, zoethoutstokjes,
van alles mei, gelak as pain à la grèque, kalisjestokskes,
vàn alles mè, gelàk às pei à là grèk, kalisjenoutestokskes,

enzovoort. Allee, echte Brusselse brol. Het eerste uur is dat nog
enzoevoesj*. Allei, echte Brusselsen brol. Et iesten eur es da nog
ènzoevoert. Allei, echtem Brusselsem brol. 't Ieësten heur is dà nog

altijd spreken over en het tweede zingen in het Brussels, maar daar zal
altaaid klappen ouver en et* twide zingen in et Brussels, mo do zal
àltà klàppen ouver èn 't twiede ziengen ien 't Brussels, mor dor zal

zeker ook wat ge... worden. Als je eens wil zien hoe
zeikerst* oek ewa gesmosjterd wëdde*. As ge ne ki wilt zeen* oo da
zeiker oek wà ge... wërre. As g'ies wielt zieng hoo dà

zulk een konversatietafel eruit ziet, dan kom je maar eens af. Dat
zoe’n konversoêsetoêfel er oeit zeet, dèn komde mo ne ki af. Da
zoeën konversoasetoafel der oit zee, dàn komde mor ies àf. Dà

gaat door in de Espace C in de rue Comtesse de Flandre nummer 4
goêt dui in den Espace C in de reu comtesse de Flandre numero 4
got duir ien den Espace C ien de reu comtesse de Flandre numerou 4

(Gravin van Vlaanderenstraat 4 in het mooi Vlaams) in Laken. Die
(Gravin van Vlaanderenstraat 4 in ‘t schuu* vloms) in Loêke. Dei*
(Gravin van Vlaanderenstraat 4 ien 't schoeë Vloms) ien Loake. Dee

straat loopt parallel met de rue Marie_Christine en in het verlengde
stroêt lei parallel met de reu Marie-Christine en in ‘t verlingde*
stroat lèèd èèvewaadeg/ on de reu Marie-Christine èn ien 't verlèngde
lèè pàràllèl
van het Willemplein. Op vrijdag 19 december van halfdrie tot halfvijf.
van de place Willems. Op* vraaidag 19 desember van 14.30 tot 16.30
van de Willemsplëts. Oep vraadàg 19 deesèmber vàn hallef draaë tot

<
eure.
hallef vaaëf.

vreten= fretten= frèèten
zuipen= zoeipe= zoipe
tafel= toêfel= toafel
zoals= gelak as= galak as da
zegt= zeit=zèè; zijn= zaain= zèn
dit= deis= dèès; gaat= goêt= god
woorden= woure= wourde
daar= do= dor
keer= ki= kieër
beetje (een weinig= betsje= bietsje
beetje(AN. kleine beet)= bètsje (Antw. preufbètsje)
voort= voesj= voert
het= et= 't
zeker= zeikerst= zeiker
worden= wëdde= wërre
zien= zeen= zeeng
mooi= schuu= schoeë
die= dei= dee
verlengde= verlingde= verlèngde
op= op= oep
 

donderdag 11 december 2008

Fonologische transcriptie

Tussen haakjes staat de (AN-spelling).

friet (friet) - frùt (frut)

balleke (balletje) - bolleke (bolletje)

bèl (bel) - boil (buil)
bèd (bed) - boit (buit)

duir (deur) - doar (daar = ginder)

meer (mier) - miër (meer dan)

meur (muur) - moeër (moor = waterketel)

kàk (kak) - kok (kok)

stààr (ster) - steur (stuur)

naa (nu) - noa (na)

zëreg (zorg) (beklemtoonde e) - zùreg (zurig)
en 2e deel van een tweeklank (naslag)

maid/mait (meid/mijt) - moet (moet)

keilen (kelen) - koule (kolen = brandstof)
keis (kaas) - kous (kous)

schroof (schroef) - schrèèf (schreef)
boor (boer) - beer (bier)

kooie (koeien) - koeie (kooien)

kààrek (kerk) - en, de, het (een, de, het)

Foneem-inventaris

friet /ie/ en frut /ù/

balleke /a/ en bolleke /o/

bel - bed /è/ en buil - buit /oi/

deur /ui/ en daar (ginder) /oa/

mier /ee/ en meer (dan) /ië/

muur /eu/ en moor (waterketel) /oeë/

kak /à/ en kok /o/

ster /àà/ en stuur /eu/

nu /aa/ en na /oa/

zorg /ë/ (beklemtoonde e) en zurig /ù/
en 2e deel van een tweeklank (naslag)

meid /aë/ en moet /oe/

kelen-kaas /èè/ en kolen (brandstof)-kous /ou/

schroef-boer /oo/ en schreef /ei/ - bier /ee/

koeien /ooi/ en kooien /oei/

doffe e /e/ (onbeklemtoonde sjwa) svarabhakti

woensdag 10 december 2008

Spelling

Ik citeer Jacques Van Keymeulen uit Vlaams-Brabants en Antwerps in de reeks Taal in stad en land, p.42-43.

Het is perfect mogelijk om een spelling te ontwerpen voor een plaatselijk dialect. Daartoe moet men allereerst inzicht hebben in de klankstructuur van dat dialect en meer bepaald de zogenoemde foneeminventaris van het dialect opstellen.

Fonemen komt men onder andere op het spoor door woordparen te vormen die in één klankkenmerk verschillen en tegelijk verschillende betekenissen hebben. In het A.N. opponeert haas met hees door de tegenstelling aa - ee en er is betekenisverschil: aa en ee zijn dus twee fonemen.

In vele Brabantse dialecten kan men - in tegenstelling tot het A.N. - een dergelijk woordpaar vormen met de korte ie en de lange ie: als vies 'vis' tegenover vie:s 'vies'; lange en korte ie zijn in die dialecten verschillende fonemen.

In een ideale spelling heeft men één letter voor één foneem, maar het Nederlands (met 35 fonemen) wordt met het Latijnse alfabet geschreven en we moeten ons dus met 26 letters behelpen. Dialect kan geschreven worden met het fonetisch schrift, maar in de dialectliteratuur probeert men dialectspellingen voor het gemak zo goed mogelijk te laten lijken op de bekende Nederlandse spelling.

Discussies over spelling zijn doorgaans zeer verhit, of ze nu gaan over de spelling van het Nederlands of over die van een dialect. Wat er ook van zij, belangrijk is dat men over een bepaalde spelling - die hoe dan ook altijd benaderend is - een akkoord moet trachten te bereiken. Voor het Brabants is er een zogenoemde referentiespelling voorhanden, die gelukkig door fonologisch geïnformeerde personen is opgesteld en die kan dienen voor alle Brabantse dialecten. Hieronder volgt een overzicht voor de klinkers en medeklinkers, voor meer details verwijzen we naar "Hoe schrijf ik mijn dialect", 1999.

De sjwa wordt als <e> gespeld, zoals ook de naslag in sommige tweeklanken:
broeëd 'brood' of mééës 'meers' De medeklinkers worden gespeld zoals in het Nederlands, de <sj> voor de beginklank in sjaal en <zj> voor de beginklank in genre.

Ik ga proberen een foneeminventaris te maken voor het Antwerps en die te vergelijken met de spelling van verschillende 'schrijvers'.

zondag 7 december 2008

o en oo

Hopen in de betekenis van "een gunstige verwachting koesteren ten opzichte van iets dat men wenst of begeert" wordt uitgesproken als
/ë oe pë/.

Er is ook het meervoud van het zelfstandig naamwoord "een hoop" (een bergje): hopen. De uitspraak hiervan is /oe ë pë/. Dezelfde klanken maar in omgekeerde volgorde.

Koper /kë oe për/ wordt maar gestolen omdat er een koper /koe ë për/ voor is.

Witte of rode kolen /koe ë lë/ zijn groenten. De continu (vulkachel) vulden we met kolen /kë oe lë/ (antraciet 20/30).

In een vorige spelling (voor WOII) werd het onderscheid tussen beide betekenissen gemaakt met enkele o of dubbele oo. (cfr. De Mechelse cathechismus)

zondag 16 november 2008

Gelezen oct-nov 2008

Ik heb enkele weken mijn lier in de wilgen gehangen mede omwille van familiale omstandigheden, maar ook omdat ik mij wilde herbronnen, mijn bronnen wilde verbreden.
Ik ben op zoek gegaan naar een paar titels in
de reeks Taal in stad en land en heb nu
het Brussels door Sera Devriendt,
het Stadsantwerps door Georges De Schutter en Jan Nuyts, en
het Westvlaams door Magda Devos en Reinhild Vandekerckhove achter de kiezen en
ik heb de woordenlijsten uit
het groot Sinjorenboek van Freddy Michiels en
uit Het Antwerps dialect van Jack Degraef
aan den tand gevoeld en op de rooster gelegd.

Ik was ook blij verrast door de reactie van godzjumenas op mijn eerste bericht aan de wereld. Ik begin zijn spelling hoe langer hoe meer te appreciëren, hoewel ik blijf zoeken naar verbetering (beroepsmisvorming in de zin van 'beter maken').

vrijdag 17 oktober 2008

Enkele en Dubbele letters

Wanneer een beperkt arsenaal lettertekens gebruikt wordt om een veelheid aan klanken weer te geven, moet kunst- en vliegwerk bovengehaald worden om dat in goede banen te leiden.

De Juwiejele van Bianca Castafiore

Heb mij donderdag d'avontuere van Keufke met Castafiore aangeschaft. Kwestie van te kijken hoe (Madame Germaine de Coeur Brisé) David Davidse en Paul Goris het Antwerps verpakken.

In het nawoord over de uitspraakregels van het Antwerps dialect staat: De vertalers hebben gepoogd het originele woordbeeld maximaal te behouden en het gebruik van accentletters, trema's en circonflexen terwille van de leesbaarheid tot een minimum te beperken.

Het echte Antwerps is als taal niet te onderscheiden van het Nederlands. Wel is de Antwerpse uitspraak gekenmerkt door een systematische klankverschuiving ten opzichte van het Algemeen Nederlands (AN).

In een voor een groter publiek bedoelde strip is dan toch een lijst nodig van uitspraakvoorbeelden. Spijtig dat daarin klankbegrippen gebruikt worden zoals "zwakke" en "sterke" lettergrepen, "neigt naar", "zweeft tussen", met "brede tong".

Er werd dus toch gekozen voor uitspraak-afhankelijke spelling, waar hier en daar één teken staat voor twee verschillende klanken (eu voor eu en doffe e, è voor korte è en lange èè).

De niet-Antwerpenaar blijft op zijn honger zitten als hij oa en ao als teken voor respectievelijk de keel-a en de lange o voorgeschoteld krijgt. Hier en daar worden ze verwisseld (plaat 171 in de vaos die oep da meubel stoa. Joa, medam.) De ie wordt niet vervangen door de ee, blijkbaar een toegeving om de lezer niet al te zeer te confronteren met de uitspraak/klankverschuiving. De aandachtige lezer zal dus hier en daar struikelen over een inconsekwentie. Een officiële Antwerpse spelling bestaat niet, maar er kon toch wat omzichtiger omgesprongen worden met het kiezen van spellingtekens. In het geheel geeft het een slordige indruk. De modale Antwerpse lezer leest daar wel over. Frons, frons (plaat 186 Stappe ierboave?) Aoi en oi staan naast elkaar, maar hebben dezelfde uitspraak (schoif en poppegaoi, draoje).

Spaaiteg, mor ni lamère.

zondag 12 oktober 2008

De E-klanken

De lezer die een tekst in standaard Nederlands moet uitspreken, wordt door de spelling allerminst geholpen, omdat er te weinig symbolen bestaan om een fonologisch onderscheid tussen de e-klanken te maken.

In het AN wordt de lange e/ee van eten, sneed, lezen, weten, beer, leer(leder), scheel, meer(groter dan), zeer, leren weergegeven door de keelklank /ee/.

* In het Antwerps is deze /ee/ klank de uitspraak van mier en vies. /meer/ - /vees/

* Het Antwerps spreekt de lange half-gesloten e van lezen en weten vooraan in de mond uit met een Franse è (e met accent grave) of het eerste deel van de AN-tweeklank "ei". [lɛ:zǝ] - [wɛ:tǝ]

* Beer, leer(leder) en scheel (wie loenst) worden uitgesproken met een tweeklank /è + doffe e/, ook kaas en kaars hebben dezelfde uitspraak. /bèè er/ - /lèè er/ - /schèè el/ - /kèè es/.

* Meer (groter dan), zeer, leren wordt uitgesproken met de tweeklank /i + doffe e/.
/mi er/ - /zi er/ - /li e re/

De korte e van bed, mes, lek is dezelfde klank in AN en Antwerps. Wanneer hij gevolgd wordt door de keel-L, schuift de articulatieplaats iets verder op naar achter, maar deze klankverschuiving is verwaarloosbaar. /bèd/ - /mès/ - /lèk/ - /bèl/

De doffe e wordt als klank niet bij de E-klanken gerekend, maar wordt wel met hetzelfde letterteken weergegeven in het AN, wat voor verwarring zorgt. Redeneren, verergeren, regent dragen geen uiterlijke tekens voor uitspraak.

UI en e

De uitspraak van de AN-tweeklank "ui" is verwant met de "au/ou" familie. Hij vertrekt ook van een doffe e, maar dan gevolgd door een uu, of als u wil een scherpe, Franse/Nederlandse halfklinker ¨w zoals in huile (Fr.) en wiel, woorden die vrijwel identiek klinken buiten de L.

Het Antwerps kent die tweeklank "ui" niet. Het kent wel het eerste deel ervan, zowel in korte als in lange vorm. Overgenomen of geërfd van het Frans waar de letters eu op twee verschillende manieren kunnen uitgesproken worden. Directeur, soeur, heure of heureux, fameux, deux. Deze laatste komt voor in het AN als de uitspraak van deur, keuze, reuk.

In het Antwerps verschuift de klank van reuk naar /ruik/, en zelfs verder van ruik naar /reek/, van deur naar /duir/ en van keuze naar /kuis/, waar we enkel het eerste deel van de AN-tweeklank "ui" als lange klinker behouden.

Naast de lange, enkelvoudige klinker, die het AN niet kent, is er een doffe e aanwezig voor niet-beklemtoonde e's zowel in het Antwerps als in het AN.
vrolijk /vroo lek/, lenig /lee nech/ veroveren /ver oo ve ren/.

Bovendien is er een beklemtoonde, korte, doffe e
in het Antwerpse poetsen /ke se/, horloge /le ze/, naast redeneren /rè ze nei re/, ze, me, ge, te, de, het, 'em, we, se, ... en wordt ook een doffe e toegevoegd tussen l of r en k of p in wàerek, mèlek, hàrep, en hèlepe waardoor we een lettergreep meer krijgen.

De beklemtoonde (korte) doffe e zou ik in het Antwerps willen weergeven met ë. Die spelling komt al voor in het Nederlands. We hoeven dus geen beroep te doen op de Duitse of Scandinavische spelling ö die naast de doffe e ook de korte eu weergeeft. Köln /ë/ naast schön /eu/.

Këse, mëze, bëze, stëze, sëze, gëbele, këst, kërt
köse, möze, böze, stöze, söze, göbele, köst, kört
keuse, meuze, beuze, steuze, seuze, geubele, keust, keurt(3)

stërt, rëcht, mëreg, begëze, lëze, petëze, lëstere
stört, röcht, möreg, begöze, löze, petöze, löstere
steurt, reucht, meureg, begeuze, leuze, peteuze, leustere(3)

bëstel, snëstere, dërpel, dë(r)st, mëske, wë(r)st
böstel, snöstere, dörpel, dö(r)st, möske, wö(r)st
beustel, sneustere, deurpel, deu(r)st, meuske, weu(r)st(3)

bë(r)st, vër, wëre,
bö(r)st, vör, wöre,
beu(r)st, veur, weure,(3)

De derde schrijfwijze is eigenlijk geen keuze, want die wordt voorbehouden aan de lange uu in breur, steure, de meure oeploepe, een vermageringskeur.

OU en/of AU

Het AN heeft deze twee schrijfwijzen ou/au naast elkaar opgenomen met dezelfde uitspraak. Ze worden alle twee uitgesproken als een tweeklank die vertrekt als een doffe e, gevolgd door een oe, of als u wil een zachte, Franse/Engelse halfklinker w zoals in Louis en wall.
Goud, gouden, gauw en oud worden in het AN alle vier met dezelfde Engelse tweeklank uitgesproken zoals in coal, bowl, stove, namelijk /doffe e + oew/.

Niet zo in het Antwerps! Goud en oud wel, maar de verbogen vormen hebben een lange keel-a.
Goud /ge.oewt/, gouden /gaa we/ - oud /e.oewt/, oude /aa/.

De meeste met "au" en "ou" gespelde woorden worden in het Antwerps uitgesproken als /aa/.
vrouw /vraa/, bouwen /baa(w)e/, klauw /klaa/, sp(o)uwen /spaa(w)e/, maar spouwsel /spe.oew sel/, bouwsel /be.oew sel/.

Voorlopig kan ik er geen lijn in trekken. Allicht heeft het te maken met het verschijnsel dat taalkundigen aanduiden met Umlaut (klankverschuiving of klankverkorting ?). Wanneer en waarom?
Of was er toch een verschil in klank dat we overbrugd hebben?
/go.oewd/ - /ga.oewe/

zaterdag 11 oktober 2008

De A-klanken

In de standaardtaal is de lange, scherpe, open a, uitgesproken vooraan in de mond, de meest frequente. "Het Spaanse graan heeft de orkaan doorstaan" uit My Fair Lady wordt op voortreffelijke wijze uitgesproken door Martine Tanghe. Dit is de a-klank waarmee de meeste Antwerpenaars zich verraden bij een uitspraaktest.

Nochtans spreken zij tweemaal dezelfde klank correct uit als ze de naam van hun stad uitspreken. Ze gebruiken die lange a-klank alleen in de combinatie van "-an-" en "-er/ar-" in mand, strand, zand, kant, bank, werk, zerk, berg, warm ... /màànt, stràànt, zàànt, kàànt, bààngk, wààrek, zààrek, bààrech, wààrem/

Als ze een a/aa geschreven zien in een open/gesloten lettergreep spreken ze een lange, half-open o-keelklank uit.
straat /stroat/ wafel /woa fel/

Als ze een lange a moeten uitspreken, denken ze aan de lange keel-a die in het Antwerps uitgesproken wordt in vrouw, blauw, rouw/rauw of als eerste deel van de tweeklank ei/ij (blij, kei, mij/ei, drie). Maar deze klank komt in het AN niet voor.

De korte, zachte keel-a van het standaard Nederlands (in bad, kat, lam, val, das) komt in het Antwerps enkel voor in de combinatie van -al (a+ l) stal, vallen, als, bal, alles.

De korte Antwerpse a-klank hebben we uit het Frans overgenomen. De Fransen vormen hun klanken voornamelijk in de voorste gedeelte van de mond. Ze kennen wel neusklanken of nasalen. Deze scherpe à van Çois (swà), caca, là, ma spreken we uit in zàk, zàg, zàt, (maar niet in zal) en komt ook niet voor in het AN.

Het Antwerps heeft dus 2 a-klanken meer dan de standaardtaal: de korte à in "wràt" en de lange aa in "gauw" (gaa) en "mij" (maa(j)).

Maar er zijn overal uitzonderingen op algemene regels. Maand /mëngt/ wordt met een doffe e uitgesproken zoals maandag /më ng dàg/. Maan is met een lange o-klank /moan/. De AN-uitspraak van maand betekent in het Antwerps mand(!)

De lallende L

In het Antwerps bestaat maar één L-klank. De Engelse keel-L van ball, bell, whole, while, wheel, rule. Het zou best kunnen dat dit verschijnsel nog relatief jong is. Bestaat er zo iets als de geschiedenis van de uitspraak van een taal? Het is pas sinds de 20e eeuw een feit dat geluid kan vastgelegd worden.

Die L hebben we niet overgenomen uit de Franse overheersingen. Mogelijk is de Engelse invloed er gekomen met de havenactiviteit. Engels was en is de lingua franca van het internationaal transport, ondanks Piet Hein, Roger Surcouf, Jan Bart, Cristoforo Colombo, Fernão de Magalhães. "Britain rules the waves."

Deze klank wordt gevolgd door een doffe e voor een p of k.
kel(e)k, wel(e)p, hul(e)p, bal(e)k, wol(e)k,
zwal(e)p, hiel(e)p, kol(e)k, mel(e)k, tul(e)p

Het letterteken H

In de standaardtaal wordt de ha (Fr. hache, Antw. he, Eng. eitsj) aangeblazen. Uit mijn humaniora herinner ik mij de spiritus asper (harde ademtocht) en lenis (zachte ademtocht) op een Griekse klinker en de asper ook op de "rho". Ik weet niet of acteurs en redenaars in hun opleiding een articuleer-cursus krijgen waarin ze de ha leren aanblazen. Toen Tom Pigmans ons voorbereidde op een massaspel in de Antwerpse Beurs aan de Twaalfmaandenstraat, moesten we komen repeteren op vrijdagnamiddag na schooltijd in de spits van 4 tot 6, terwijl de trams voorbij-denderden en de auto's voortraasden. Hij stond aan de ene zijde van de speelplaats van het OLV-college en wij aan de andere kant en we moesten onze tekst verstaanbaar maken. Onder het koepelgewelf in de beurs is dezelfde akoestiek als in het amphiteater van Delphi, in de galerij rondom wordt het geluid gedempt en is een gesprek onverstaanbaar voor wie onder de koepel staat. Het publiek voor het massaspel zou ook in de galerij zitten, dus moesten we verstaanbaar zijn en die geluidsbarrière overbruggen door articulatie en stemkracht.

De sjwa en de doffe e vergen geen inspanning behalve het uitademen. De ha aanblazen vraagt een ernstige inspanning (met trilling van de stembanden). We kunnen stellen dat de h een stemhebbende doffe e is. Omdat de weg van de minste inspanning gezocht wordt, horen we de h niet in het Antwerps. Wil dat zeggen dat de letter h dan kan geschrapt worden in de spelling? Ik vind van niet. We kunnen evengoed als axioma stellen dat ze wel geschreven wordt, maar niet aangeblazen. Ze is er wel, maar ge hoort ze niet.

We oren er en der dat eel veel kritiek geoord (g'oord) wordt, als de ha naar het kerkof moet. Et is al meer dan eens eraald dat de eer van de eren taalkundigen op et spel gezet wordt. Oe wordt et verschil nu gezien tussen

hecht en echt, huren en uren, eg en heg, oren en horen, haast en aast, hint en int, haas en aas, eg en heg, hik en ik, aar en haar, hoor en oor, oom en home, es en hes, hoog en oog, halen en alen, ut en hut, al en hal, iel en hiel, el en hel, hijs en ijs, hei en ei, ooi en hooi, aai en haai, hoven en oven, ark en hark, heb en eb, aten en haten, alm en halm, els en hels, eerlijk en heerlijk, aalt en haalt, haal en aal, als en hals, heelt en eelt, en en hen, een en heen, aan en haan, aak en haak, eerst en heerst, of en hof, ... Had en at, uit en huid mogen hier niet in het rijtje staan, maar de letter h staat in veel samenstellingen en afleidingen binnenin het woord.


Spelling is klanken zien als ze geschreven staan. Bij het lezen worden de op het netvlies gevallen tekens omgezet in woorden of klanken die een betekenis hebben. Het woord- of klankbeeld wordt door onze taalcomputer razendsnel omgezet in begrip. We zijn nog niet in staat om op onze harde hersenschijf woord- en klankbeelden te wissen en te vervangen met de vingerknip. Het zal dus enige tijd duren voor we ons aangepast hebben aan de invoering van een nieuwe "munt".

veruis onteemde b'angen g'angen veralen windoos, lustof, verandeling, andel, geësen, veroren, beoren, ontaasten, outandel,

Er is evenmin een verschil tussen de uitspraak van ei en ij, van ou en au (in de standaardtaal), tussen i en y, c en k/s. Waarom mogen die twee versies naast elkaar blijven staan? Als reden wordt dan aangegeven: om de taalgebruikers niet "al te zeer" te vervreemden van het bekende woordbeeld.

woensdag 8 oktober 2008

VerkavelingsVlaams en PolderNederlands

Het moest er ééns van komen.
Nu ik beslist heb om ook mijn steentje in de rivier te verleggen, moet ik mijn pleinvrees dan maar overwinnen en mijn gedacht voor de leeuwen gooien.

Behept met taal was ik al van toen ik klein was. Mijn moeder heeft mij leren spreken. Ze was 'thuisvrouw' om voor de kinderen te zorgen. Zij en ons vader waren van Borgerhout en ik ben tijdens de oorlog in Deurne geboren. Juffrouw Pester (sic!), een heel lieve dame, heeft mij en mijn generatie leren lezen en schrijven (Zij hebben mijn taal-hersenkwabben geïnitieerd). Ik ben beiden zeer dankbaar voor hun inspanning.

In het middelbaar moest ik ABN leren. Die lelijke Antwerpse klanken moest ik afleren. Zeg niet aa maar àà. Spreek àà uit ipv. oa. In zijn "Rijke moedertaal I-IV" leerde R.Butaye s.j. ons sinaasappel ipv. appelsien, ventiel ipv. soupap, paraplu ipv. regenscherm. Woordkunstenaar Antoon Vanderplaetse dweilde de Vlaamse scholen af met ABN voordrachten om de juiste klanken aan te leren. Ik ben nog van de generatie der tweetaligen: volleerd standaardtalig tot aan de aanpassing van de spelling in 1996 en ingeprent moedertalig (Deurnes). Gelijkwaardige(!) meertaligheid dient aangemoedigd te worden en tegelijk moet de standaardtaal vereenvoudigd en eenduidig gemaakt worden.

Vijftig jaar later hebben VerkavelingsVlaams en PolderNederlands heel wat terrein ingepalmd van het StandaardNederlands. De doelstelling van de Taalunie om te komen tot één gemeenschappelijke voertaal blijkt een illusie. De streektalen kennen een heropleving (zeg niet: rievaaivel) in de zangers- en mediawereld. Naast Wannes Van de Velde en de Strangers zingt Willem Vermandere dialect. Ze vinden navolging bij Gèsman en Fliptje Kowelier, Peleman en de Fixkes. Dialectsprekers hebben hun moedertaal niet doorgegeven aan hun kinderen. Aan onderwijsmensen worden geen strenge standaardtaal-eisen meer gesteld. In de media heerst de wet van de taalvariëteit.

Enkele jongeren en ouderen willen uit alle macht de taalschat van hun geboorteplek behoeden voor uitsterven. Overheden betoelagen geen wetenschappelijk taalonderzoek om te werken aan de Limburgse, Vlaamse en Brabantse woordenboeken en spraakkunsten. Streektaal-academies richten taalcursussen in. Theatergezelschappen brengen stukken in dialect. Brussels Volks Theater (BVT), De manne van de Plateau, Echt Antwaarps Teater. In enkele steden wordt een week van het dialect ingericht. Wikipedia heeft zijn Limburgse en Westvlaamse tak. Brabant houdt zich afzijdig. Op het Internet komen enkele initiatieven aan bod. Keufke is de eerste musical opgevoerd in een streektaal. Hoe staat u tegenover deze evolutie?

Met de deur in huis vallen

Taender Aentwaereps. Ik ben met deze blog begonnen op 7 oktober 2008 uit onvrede, een paar maanden na mijn kennismaking met Antwerps schrijven. Mijn eerste reactie hierop met Filip Camerman dateert van 6 mei 2008.

Sinds 8 november 2007 ben ik in zee gegaan met Anthony Liekens van Het Vlaams Woordenboek, die de bedoeling heeft een verzameling bijeen te brengen van taal die in Vlaanderen gebruikt wordt in een andere betekenis dan in NL of die in NL niet begrepen wordt door de doorsnee-spreker, m.a.w. die behoort tot de typische taal die in Vlaanderen gesproken wordt. Uiteraard komen daar heel wat dialectwoorden in voor, ook Antwerpse of bij uitbreiding Brabantse.

Op 18 januari 2008 heb ik mij geabonneerd op de wekelijkse aflevering van de Gazet van Brussel bij Robert Delathouwer, een taal-familielid, kwestie van mij te informeren over wat er 50km verder gesproken en geschreven wordt.

Eenzelfde vraag om de Gentsche Sosseteit van dichterbij te volgen heb ik gesteld aan Eddy Levis. Sinds 18 februari 2008 word ik op d'huugte g'hèwe oast er een vessche Electronieke G@zette op de wepsaiit stoat.

Ik heb gegrasduind op de Westvlaamse wikipedia en de Limburgse wikipedia.

In mijn zoektocht naar Antwerps heb ik op 23 juli 2008 ook aentwaereps.blogspot gevonden van Godzjumenas , begonnen op 15 mèèrt 2006.

Zelf heb ik www.a-woorden.be op het net gezet op den tweede nieuwjaarsdag van 2006. Deze bron heeft een sluimerend bestaan geleid gedurende bijna drie jaar, met af en toe een stroomversnelling. De a- was een reactie op de A - het reklaam van 't Stad. Goliath en david.

Met Taender Aentwaereps wil ik reacties losweken, wil ik den Antwerpenaar confronteren met zijn uitspraak. De uitspraak van zijn taal. Ik wil een vergelijking maken met andere streektalen en eigenschappen ervan tegenover elkaar plaatsen. We zijn familie van elkaar, maar we verstaan elkanders taal niet (meer). Vlaams en Limburgs hebben dezelfde medeklinkers als het Brabants. De klinkers variëren. De spreekstijl is verschillend. Het Hollands idem dito. Behalve dat Nederland ook stemhebbende medeklinkers aanpast en klinkers verschuift. Woordenschat uit de streektaal moet bewaard en dus gebruikt worden, zoniet verarmt de taal.