vrijdag 21 augustus 2009

Die en dat (als betrekkelijk voornaamwoord)

Voor het gebruik van een betr.vnw. zijn er twee grote strekkingen binnen de dialecten: één die afhankelijk is van de functie van het koppel-woord (onderwerp of niet). Het Westvlaams is blijkbaar beïnvloed door het Frans omwille van de aanwezigheid aan beide zijden van de "schreeve" in Frans-Vlaanderen van de alles overheersende langue "d'oil", waar 'die' gelijk gesteld wordt met 'qui' en 'dat' met 'que'.

De andere strekking houdt rekening met het geslacht van het antecedent, dat beschrijvend of beperkend wordt uitgelegd in de bijzin, zoals in de standaardtaal.
Is het antecedent onzijdig enkelvoud, dan wordt 'dat' gebruikt, in een ander geval (meerv. of enk. m/v) staat 'die'. In het Antwerps is er zelfs een uitspraakverschil: ne vèngt - diejë, een vraa - dèè, mànne en vraawe - dèè voor het mv.

Ik kan niet akkoord gaan met de regel die vooropgezet wordt in Antwerps schrijven op p.86 als zou in de functie van lijdend voorwerp uitsluitend het woordje "dat" gebruikt worden. Dat is de vermenging van de twee systemen, die eventueel kan te wijten zijn aan het oprukkende verkavelingsvlaams, dat de dialecten aantast als een kanker. Evengoed in de functie van LV blijft in het authentiek Antwerps het onderscheid tussen de geslachten gehandhaafd. Maar er zijn veel jongeren die het juiste geslacht van naamwoorden uit het dialect niet meer meester zijn, met alle gevolgen vandien.

Waarom zou er een verschil bestaan tussen de aanwijzende adj. en de betr.vnw?
allebei die [diejë]/[dèè] èn dat ??
(diejë vèngt, dèè vraa en dà kingd) en (de vèngt diejë, de vraa dèè en 't kingd dà)

Een bloemlezing uit de taal van krommenaas en doederik waar ik het niet over eens ben dat het Antwerps is:

fritketel 6154 Re: Vlaams woordenboek

In alle geval moeten “Ollanders” altij lache as ge zo’n dink ne fritketel noemt, behalve mijne kammeraad uit maastricht da et wel e normaal woord vindt.
Toegevoegd door Diederik op 10 mei 2009 15:38
===============

Krommenaas 20 juli 2009, 21:28 antwerps.be/forum/topic/3/11

jaja a klapt goe Aentwaerps, mor vör dinges da we zelf ni kenne zouwe w'em ni as een bron kunne beschouwe wou 'k zegge
       
Doederik (17 juli 2009, 21:14)

voila, zolle/zölle toegevuugd oemda 'k et raar vond da' da' der nog ni instoeng. Is wel loechtelak (lichtelijk?) verouwerd, mor wörd toch nog veul gebrökt dör echt plat aentwaerps-sprekers, nor mij gevuul wel miër dör aentwaerpse kolonisten oep den buite, missching da' die wel een bitjen achterloëpen oep de modaernisering van et aentwaerps van et stad... mor wel duidelak mense da' gin boerrekes klappe mor wel aentwaerps' inwijkelinge zèn.


Mor vör aender woorde da' ge kend, is et ni toegestaan van oew eige kennis/taalgevuul as 1 bron mee te rekene dan?
===============

Doederik (12 juli 2009, 23:04)

Was curieus of da nog gebruikt wier... plante-en dierename lijke mij een van de snelste dinge da' vervange wordt door abn
===============

Ter verdediging kan aangevoerd worden dat deze verbindingswoorden, net zoals de voegwoorden, in het Antwerps kunnen gevolgd worden door de allesdoener da, ja, na.

De vraa dèèdà , dèèja... De vèngt dieëdà, dieënà... Bij het onzijdig wordt de allesdoener niet onnodig verdubbeld.

dinsdag 18 augustus 2009

Voorschoot



Naar aanleiding van het woord muirk dat ik op het Vlaams Woordenboek had ingebracht, waarin de uitdrukking "ne voorschoot groot" voorkwam, vroeg Diederik / Doederik mij hoe ik het woord voorschoot in het Antwerps uitsprak.

Hij stelde mij voor:



waarop ik hem geantwoord heb:

Bericht van haloewie voor Diederik verstuurd op 15 aug 2009 23:10

Tous les 4, mon colonel, is niet alleen het meest diplomatische antwoord, maar ook het meest juiste.

Als ik het woord alleen geschreven voor mij zie staan, zeg ik als Antwerpenaar
vërschoeët mv. = schoeëte (zoals de gemeente Schoten) niet zoals de vt van schieten = schë oete) door mij geschreven als schoute.

De naslag na een klinker kan ten allen tijde weggelaten worden, indien er snel gesproken wordt.

Ik herinner mij toen ik in de wasserij hielp en het boekske van ne kàlàànt overliep, dat daar ook ‘voorschoten’ in voorkwamen (vërschoete). Maar als mijn bomma in de kuiken vuir het gaaisfeur stoeng, dàn dèè ze ne “vuirschùt” vuir. Da’s dan nùmmerou 5.

“Voor” heeft ook verschillende uitspraken, ook al naargelang de betekenis (plaats, tijd, voor- of nadeel) voer, vër, vuir, veur

----------------------



Bericht van haloewie voor Diederik verstuurd op 16 aug 2009 17:20

idd. da’s nummerou 6 voor het meervoud schoeje. Misschien is schoeëte toch eerder van een latere generatie. Ik vraag het destag aan mijn 92-jarige tante.

----------------------

Ik heb het aan mijn tante Zjulja gevraagd.
Zij spreekt van "ne vërschùt" met een Franse u en als meervoud "vërschoeje", daarmee beamend wat Diane Goossens aangaf. Ik schaar mij voor 100% achter 'vërschùt en 'vërschoeje als authentiek Antwerps met de klemtoon op de eerste lettergreep.

Ik heb dan nog geopperd dat er verschillende voorschoten bestaan. De smid heeft ne leren, dem bakker heeft maar nen halve, die onder zijn buik hangt, en op school hadden de kinderen een lichtblauw geruite schort aan die achteraan open was met enkele knoppen dichtgeknoopt, die ook voorschoot genoemd werd. Koks en kokkinnen hadden een witte voorschoot met een lintje over het hoofd die met een strik achter op de rug werd vastgebonden. Allemaal vërschoeje.