dinsdag 27 april 2010

's Vrijdags

Naar aanleiding van de toevoeging van 's vrijdags door Matt86 in het Vlaamswoordenboek.be en de reacties van Grytolle en Diederik, wil ik hier toch een kleine verduidelijking rechtzetten.

Het Antwerps spreekt van ne muingdàg, nen dèstàg, ne woeënstàg, nen dongderdàg, ne vraidàg, ne zoaterdàg en ne zongdàg om de dagen afzonderlijk aan te duiden. De dagen zijn mannelijk.

ne(n) ~ betekent ook: op zekere ~ of nen onbepaalde ~.
Ne muingdàg noa den teene ...(op een maandag na tienen)

Omdat dag (mann.) is wordt de genitief 'des maandags' die de betekenis heeft van "iedere maandag" of "iedere keer op maandag" in het Antwerps afgekort tot 'smuingdogs'. Idem voor 'swoeënstogs' omdat m en w geen stemloze tegenhanger hebben. Merk op dat de 'd' van -dags bij woensdag voorafgegaan door -s, uitgesproken wordt met een stemloze 't' (toepassing van progressieve assimilatie - Sandhi).

Bij de overige dagen die wel beginnen met een stemhebbende medeklinker (d, v, z), verandert die in een stemloze (t, f, s), omdat de stemloze genitiefs-s van het lidwoord voorafgaat en die viel mettertijd weg. De stemloze beginmedeklinker hield stand.
Dus tèstogs, tongderdogs, fraidogs, soaterdogs, songdogs.

Merk ook op dat de à van dàg in de genitief-vorm ook verandert in o.

Er is een derde tijdsbepaling die "(de) volgende (maan-, dins-)dag aanduidt in het Antwerps, waar opnieuw de stemhebbende beginmedeklinker aan bod is.

ë(n) is het overblijfsel van het bepaald lidwoord 'de' of de laatste lettergreep van volgende of van te nuiste (de naaste).
ë zongdàg, ë muingdàg, ën dèstàg, ë woe(ën)stàg, ën dongderdàg, ë vraidàg èn ë zoaterdàg
(-n wordt toegevoegd voor de stemhebbende d)

's Vrijdags is dus geen Antwerps, 's maandags en 's woendags wel.
's tongderdags en 's tèstags zijn voor de Antwerpenaar tongbrekers die hij heeft afgevoerd.

maandag 19 april 2010

Het in Kuilen hoeëre dongdere

Hier de copie van mijn antwoord op de spelling van Keuningsplentje in het blogbericht van Lieve VdB van donderdag 15 april 2010 op de WereldMorgen.be.

Door haloewie, 19.04.2010 - 13:31
Spelling van het Antwerps

Bang om de Antwerpenaar plat te confronteren met zijn uitspraak, als ge toch zijn dialect wilt schrijven? Liever verkavelingsantwerps?

Het (Pieter?) De Coninckplein. Net als voor het Sint-Jansplein spellen sommige Antwerpenaars hun taal niet op de manier zoals ze die spreken.

In 'koning' - niet alleen de naam van de wever uit Brugge - hoor ik de tweeklank 'ui' uit de standaardtaal of althans het eerste deel ervan: de lange, doffe e. Ook het plaatselijk bier draagt dezelfde naam. Een bolleke Kuining.

Zou het dan niet doidelijker zijn om over ' kuiningsplàntsje ' in plaats van over ' Keuningsplentje of -plèntje ' te schrijven? Op die manier zou Jàn zongder Vrieës het ook geschreven hebben, als zijn grootje Nèèltsje hem had leren schrijven.

Tsingt-Jààns-plaain is de correcte Antwerpse uitspraak om de alliteratie (letterrijm of stafrijm) Tsj te ontkrachten. De volksetymologie heeft deze eerder Chinees-aandoende vorm in het leven geroepen. Tsjing Tsjangs plaain.

Als ik mensen het hoor hebben over Singt Jàn, dan versta ik dat als de Bisschoppelijke middelbare school tussen de Meir en de Jodenstraat. Soms gevolgd door 'Bààrëchmàns', maar zonder t ervoor en zonder sj in het midden.

Te Winkel en De Vries huldigden al het principe van 'schrijf zoals ge spreekt'. Blijkbaar was er toen geen linguagraaf (een taalschrijver) van het kaliber van een Ortelius, een Vesalius of een Mercator die naast de spelling van de lingua franca ook die van de plaatselijke dialecten in kaart kon brengen.

In het Antwerps komt de eu-klank uit de standaardtaal wel voor in een beperkt aantal woorden, die in diezelfde standaardtaal gespeld worden met "oe" of "uu". Veule, zeuke, de meuren oplopen, mijn breur, zeur of zeut. (voelen, zoeken, de muren .., broer, zuurzoet). Het vraagt een inspanning om te luisteren naar de uitspraak. Aan het woordbeeld zult ge dan ook moeten wennen, als ge op deze manier wilt schrijven.

Google eens op "haloewie", "godzjumenas" of "krommenaas" om kennis te maken met de uitersten (wat primeert: uitspraak of woordbeeld?).

dinsdag 13 april 2010

Smørrebrød, Ö en eu

Hebben de Deense Ø, de Duitse Ö en de Franse eu alle drie twee mogelijke uitspraken?

(Fr.) Heureux [ø:] heeft als tegenhanger heure de lange [œ:]
(Deutsch) Öl [ø:] heeft als tegenhanger Köln de korte [œ]
Het Deense smørrebrød is bij mijn weten de enige [ø].
Het Alg. Nederlands spreekt de "eu" uitsluitend als [ø:] uit, behalve in het leenwoord freule [œ:].

In het Antwerps komt de [ø:]-uitspraak ook voor, maar enkel bij woorden met "uu" of "oe" gespeld in de standaardtaal.

Hier volgt een verzameling woorden die met een eu uitgesproken worden, fonetisch weergegeven als /eu/ of [ ø ] en waarvan ik het woordbeeld met "eu" in plaats van "uu" of "oe" op een rijtje wilde zetten. Went ons oog aan dit beeld?


(muur)
't Is om de meuren op te lopen.

(broer)
Ik mag sebiet niet vergeten naar mijn breur te bellen.

(proeven)
Màk is preuve? Vànaaiges, ze mogen is preuven, hé bommà?

(zoet, zuur)
Citroenen zijn zeur. Appelsienen kunnen zeut of zeur zijn.

(vuur)
Ik was vergeten het gasveur uit te doen. Hallo!

(kuren)
't Botten van de bomen en 't vallen van de blaren is den tijd van de zotte keure.

(afspoelen)
Ik ga dat bollekesglas ineens afspeulen.

(uur, stuur)
Acht eure achter 't steur is lang genoeg.

(voelen)
Wie niet luisteren wil, moet veule.

(gebuur)
De gebeure zijn voor een maand op reis.

(zoeken)
"Waar zijn mijn sokken, schat?" - "Kunde weer niet zeuke?"


Verder nog: veure (aan-, af-, ont-, op-, terug-, uit-, ver-, door-, oorlog-, toe-), vreug, z.veuge, reure (be-, ver-, ont-, door-, om-), weule, wreute, meug, zeuken (be-, door-, onder-, op-, ver-, af-, uit-), ...

treut, besteur(der), peure chocolat, deur, scheur (niet verwarren met schuir), nateur, dresseur, temperateur, facteur (niet verwarren met factuir), in de leure leggen, avonteur, bordeure, verheure, ...

En hèdde ga muibele, ...

" Vougeltsje, gaa zè gevànge,
in e kotsje / kotteke zulde gaaj hànge,
gaa blèvd heer,
gaa blèvd heer,
leeve vougel, gaa blèvd heer.
"

Zo wordt op menige bruiloft gezongen, naast
" En hèdde ga muibele,
èn hèdde ga hoisgereef,
dàn muide ga traawe
mè oe leef, aawe zot!
"

Meubelen en mogen zijn de twee ui-klanken in dit volkse refreintje.

Hier volgt een verzameling woorden die met een lange doffe e uitgesproken worden, fonetisch weergegeven als /.e:/ of [ œ: ] en waarvan ik het woordbeeld met "ui" in plaats van "eu" op een rijtje wilde zetten. Wordt ons oog daaraan gewoon, gewend?













(meubel)
Ik heb dees muibeltjes op de Vrijdàgmàrkt gekocht.
(deur)
Ge moet niet bellen, ge kunt gewoon làngs d'àchterduir binnen.
(mogen)
Màk is proeven? Vànaaiges, ze muigen is proeven, hé bommà?
(keuze)
G' hè(b)t geen kuis. 't Is 't een of 't àànder.
(treurwilg)Nen truirwilg is ne schonen boom op 't kerkhof.
(beukenootje)Den tijd van de buikenotsjes is voorbij. 't Is lente.
(koning)Kom, we gaan een bolleke kuining drinken.
(reus)We hebben ne ruisàchtigen eik zien staan.
(vleugel)Wie dàt er zijn vluigels wil uitslagen, gaat met mij mee.
(veel)Ge moet niet vuil geld hemme om plezier te maken.
(naar voor)"Laat de klein mannen maar naar vuir komen", riep de gids.

De doffe ë en andere waar we lastig over doen

Naar aanleiding van het woord roofing dat Grytolle na janwitloof op 12 april 2010 invoerde op het VW (Vlaams Woordenboek.be) met de verklaring:

"asfaltpapier, dakleer

De roofing is de opperhuid van een plat dak. Een mankement in die beschermende laag heeft al vlug gevolgen voor de rest van het dak.", maakte ik de bedenking bij "opperhuid" of er niet een verband zou bestaan met "roeëf" (Antwerpse Kempen) en roof (Limb.).

Een rouf /r.e oef/ (Antw.) heeft als verkleinwoord rëfke /r.ef k.e/ met twee doffe e's.

roeëf heeft als reactie van Diederik het volgende meegekregen:

de vorm ‘roewef’ zou mij doen denken aan antw. “roêf” maar da zou int verkleinwoord “roefke” worden naar mijn gevoel, langs den andere kant is “reufke” eerder het verkleinwoord van “roif” zoals kuif – keufke?

ik ken/gebruik et woord zelf ni maar als een antwerpenaar mij hier uit kan helpen, merci!
Toegevoegd door Diederik op 09 feb 2009 10:57


De doffe ë in het Vlaams / Antwerps is al langer dan vandaag een nagel aan mijn doodskist. Ik kan er gene vat op krijgen.

* Met luisteren, fluisteren, kuisen, puit is er overeenkomst met de uitspraak van het Standaard Nederlands, in die zin dat het eerste deel /.e/ van de tweeklank "ui" perfect overeenkomt met het Antwerps. Het tweede deel /uu/ wordt in het Antwerps overgeslagen. Dus is er geen tegenstand om "ui" te schrijven.

* Een andere groep woorden met "ui" (vuil, kuif, buil, uit, kruid, luik) worden uitgesproken, net als de "aai", als /oa.e/ - /oa j.e/ : lui, luiden, laden en zou gespeld kunnen worden als loi, loie(n) - voil, koif, boil, oit, kroid, loik.

* Daartegenover staat dat deur, reuk, beul, kleur, keus, meug, kreuk, Leuven, leugen, reus wordt uitgesproken op dezelfde manier als de eerste van de SN tweeklank "ui" maar langer /.e:/.
(uitgesproken als duir, ruik, buil, kluir, kuis, muig, kruik, Luive, luige, ruis)

Vandaar dat veel Antwerpenaars Kuifje schrijven als Keufke, worstje als weusje, korst als keust, roofje als reufke, druifje als dreufke.
(Këfke, wësje, këst, rëfke, drëfke)

* De Zweudse eu-klank van smørebrød spreken we als Antwerpenaar uit als SN "uu" schrijft, soms "oe" in muur, vuur, kuren, luren, gebuur, puur, Jules, ruzie, - voelen, proeven, vroeg, broer, spoelen.
(meur, veur, keure, leure, gebeur, peur, Jeul, reuze, veule, preuve, vreug, breur, speule)

* Veel, molen, haar(adj.& vnw.) zijn de spreekwoordelijke uitzonderingen op de regel.
(vuil - muile - huir)