Naar aanleiding van de reactie van Krommenaas die een verschil hoort tussen de Antwerpse uitspraak van aai en ui in de woorden draaien, draden en truien [ɔ:jǝ] en draai en trui [ɔ:ǝ], wil ik het hebben over toegevoegde klanken aan basiswoorden en stammen.
Naslag beperkt zich waarschijnlijk niet tot het toevoegen van een doffe e aan een enkelvoudige klinker (monoftong). Een hele resem woorden met oo/o kunnen uitgesproken worden met of zonder naslag, afhankelijk van de snelheid van spreken en de klank die volgt. Kopen en lopen bv. verliezen hun naslag bij verkorting (in de 2e en 3e persoon enk. en 2e mv.) In de overige personen van de presens kan de naslag uitgesproken worden of weggelaten. [lu:pǝ] of [lu:(w)ǝpǝ] naargelang de spreeksnelheid.
Wanneer de medeklinker r volgt is de naslag aangewezen. Als de volgende medeklinker g [x] op het eind van een woord is, valt de naslag soms weg.
In het geval van draai en trui [ɔ:ǝ] wordt geen halfklinker jot [j] uitgesproken. Wanneer het volgende woord begint met een klinker of h, wordt een halfklinker j tussengevoegd [ɔ:j]: welke trui heeft hij aan? wèlkǝ troi èèt ǝm oan?
Als we de ou-klank bekijken in oud, goud, zou, wou, ontdekken we de halfklinker w in de combinatie van [ǝ:u(w)-t] of [œ:u(w)-t].
Tussenklanken (g, j, n, w) worden tussen woorden toegevoegd in welbepaalde klankcontexten. Hij heeft -> a j èè; doe het niet -> doo g et ni; enz.
maandag 25 mei 2009
zondag 17 mei 2009
Geletter, geluister en gedacht
Zowel PALA als MO* berichtten over een studiedag op Ufsia over geld met Bernard Lietaer en Fons Verplaetse. Over de limiet-letter chi.
Ook gaan luisteren naar François Houtart in CC Hasselt. Oude, taaie, wijze mensen die wat te vertellen hebben, de laatste over de agro-energie en madness.
ISBN 978 2 87003 508 5
Ed. Couleur livres
Tijdens een surfsessie op het antwoord van Frans Goetghebeur als reactie op de visietekst van Kleurbekennen gevallen met als titel "Op een dag wordt religieuze oorlogsvoering even ondenkbaar als slavernij of kannibalisme".
http://www.kleurbekennen.be/web/kb2/web/01_klb_wie.html
(copieer deze url naar het adresvak in uw bladeraar)
> 30 wereldburgers gaven al hun kijk op onze visietekst p.94-97
Herman Smout "Het Antwerps Dialect"
ISBN 90 02 14156 4
NV. Scriptoria Antwerpen.
Bij het doornemen heb ik me voortdurend herkend in mijn moedertaal, al zijn er her en der onderdelen die mij doen fronsen: surprees (verrassing) en vraagteken. Ik ga ze eens op een rijtje zetten.
Hersens gepijnigd over de Antwerpse ee-tweeklank in keis (kaas), zelfde klank als de naam van de lange door Bobkes geflankeerde winkel-wandelstraat, de Meir, of de koppijn, die we migraine, Mie Grein, noemen.
Ook gaan luisteren naar François Houtart in CC Hasselt. Oude, taaie, wijze mensen die wat te vertellen hebben, de laatste over de agro-energie en madness.
ISBN 978 2 87003 508 5
Ed. Couleur livres
Tijdens een surfsessie op het antwoord van Frans Goetghebeur als reactie op de visietekst van Kleurbekennen gevallen met als titel "Op een dag wordt religieuze oorlogsvoering even ondenkbaar als slavernij of kannibalisme".
http://www.kleurbekennen.be/web/kb2/web/01_klb_wie.html
(copieer deze url naar het adresvak in uw bladeraar)
> 30 wereldburgers gaven al hun kijk op onze visietekst p.94-97
Herman Smout "Het Antwerps Dialect"
ISBN 90 02 14156 4
NV. Scriptoria Antwerpen.
Bij het doornemen heb ik me voortdurend herkend in mijn moedertaal, al zijn er her en der onderdelen die mij doen fronsen: surprees (verrassing) en vraagteken. Ik ga ze eens op een rijtje zetten.
Hersens gepijnigd over de Antwerpse ee-tweeklank in keis (kaas), zelfde klank als de naam van de lange door Bobkes geflankeerde winkel-wandelstraat, de Meir, of de koppijn, die we migraine, Mie Grein, noemen.
zaterdag 16 mei 2009
Voor wie haar soms geweld aandoet
't Is de momèngt oem de dinges oem te droie.
Het verkoavelingsvloms rukt oep. Gelàk às Marc Galle in de joare '60 ongs eederen dàg oem hàlef àcht mè z'n wèngken rongd ongs oeëre sloog, kund heer e grontsje mèèpikke van hoo dat Aàntwààrepe ni mieër klàpt.
Zeg niet ... , maar ...
afprijzen maar soldeere
nen agent maar ne flik, ne wout
alhoewel maar al
(alhoewel dà dà nogal mèèvalt <vs> al valt dà nogal mèè)
anjer maar zjenofel
auto maar roestbàk, kààr
baden maar boie (zee: poetsje boie)
beurt maar toer
bewegen maar moeve
bijna maar bekàn, (ook bekàànst)
boekentas maar kàzàk
boodschappentas maar kàbàs
bord maar taloeër
borst(vrouw) maar tèt of mèm
burgemeester maar burgervoader
centraal station maar middestoase
dagblad maar gàzèt
deken maar sëze
dacht maar docht
eindigen maar stoppe
foetsie maar ribbedebee
gek maar zot
geld maar sèngs, pingping, poeng
hand(en) maar fik(ke)
handtas maar sàkosj
hark maar raaif
harken maar raaive
houden van maar geire zing of geiren hèmme
houden maar haawe
huid maar vèl
indien maar as
kaai, kade maar koi
kachel maar stoof
kijken maar oit oe doppe zing, ston goape
klomp maar blok
kloten maar sjokedaaize
kon maar kost
koopjes maar solde
kruimel(s) maar grummel(s), grummeling(en)
made maar moi
meisje maar màske
metselaar maar mètser
metselen maar mètse
mooi maar schoeën
noemen maar hiete (noome komt van ouver 't woater)
peizen maar dèngke
poetsen maar këse
praten maar klàppe (bv. achterklàp)
de priester maar ne(n)(ongder)pastoeër, dèèke
raam maar vèngster
raden maar roie
roken (sigaar) maar smoeëre, pàffe
sales maar solde (is ook Eng. sell sold)
schoonmaken maar këse
schop maar schup
schop maar sjot
schroevendraaier maar toernevees, turnavees
shoppen maar wingkele, oep trot zèn
slaan maar sloage
slagen (exaam) maar er duir zèn
snel maar ràp
spitten maar spoie
spreken met maar klàppe
stoep maar dërpel
terwijl maar swèngst dà
tijde(n)s maar biengst
tonen maar loate zing
trappe van vgl (overtreffende, vergrotende en stellende)
(bv. grutst(e), grutter, groeët)
tuin maar hof
ui maar àjoin
uitstalraam maar vitrin
vensterbank maar raichel
verdieping maar verdeep of stëze
verraden maar verroie
vlug maar ràp
voetballen maar sjotte
voetpad maar trotwair, lantoeër
voortdurend maar hieël den taid
wang maar koak
weg, zijn we ~ ? maar zèmme wèg?
weg, hij is ~ maar à j is goan ewèè
wrijven maar rëse
zakmes maar pènemès
zeveren maar mëze
zoals maar gelàk dà of gelàk às ipv. zoe w às
Het verkoavelingsvloms rukt oep. Gelàk às Marc Galle in de joare '60 ongs eederen dàg oem hàlef àcht mè z'n wèngken rongd ongs oeëre sloog, kund heer e grontsje mèèpikke van hoo dat Aàntwààrepe ni mieër klàpt.
Zeg niet ... , maar ...
afprijzen maar soldeere
nen agent maar ne flik, ne wout
alhoewel maar al
(alhoewel dà dà nogal mèèvalt <vs> al valt dà nogal mèè)
anjer maar zjenofel
auto maar roestbàk, kààr
baden maar boie (zee: poetsje boie)
beurt maar toer
bewegen maar moeve
bijna maar bekàn, (ook bekàànst)
boekentas maar kàzàk
boodschappentas maar kàbàs
bord maar taloeër
borst(vrouw) maar tèt of mèm
burgemeester maar burgervoader
centraal station maar middestoase
dagblad maar gàzèt
deken maar sëze
dacht maar docht
eindigen maar stoppe
foetsie maar ribbedebee
gek maar zot
geld maar sèngs, pingping, poeng
hand(en) maar fik(ke)
handtas maar sàkosj
hark maar raaif
harken maar raaive
houden van maar geire zing of geiren hèmme
houden maar haawe
huid maar vèl
indien maar as
kaai, kade maar koi
kachel maar stoof
kijken maar oit oe doppe zing, ston goape
klomp maar blok
kloten maar sjokedaaize
kon maar kost
koopjes maar solde
kruimel(s) maar grummel(s), grummeling(en)
made maar moi
meisje maar màske
metselaar maar mètser
metselen maar mètse
mooi maar schoeën
noemen maar hiete (noome komt van ouver 't woater)
peizen maar dèngke
poetsen maar këse
praten maar klàppe (bv. achterklàp)
de priester maar ne(n)(ongder)pastoeër, dèèke
raam maar vèngster
raden maar roie
roken (sigaar) maar smoeëre, pàffe
sales maar solde (is ook Eng. sell sold)
schoonmaken maar këse
schop maar schup
schop maar sjot
schroevendraaier maar toernevees, turnavees
shoppen maar wingkele, oep trot zèn
slaan maar sloage
slagen (exaam) maar er duir zèn
snel maar ràp
spitten maar spoie
spreken met maar klàppe
stoep maar dërpel
terwijl maar swèngst dà
tijde(n)s maar biengst
tonen maar loate zing
trappe van vgl (overtreffende, vergrotende en stellende)
(bv. grutst(e), grutter, groeët)
tuin maar hof
ui maar àjoin
uitstalraam maar vitrin
vensterbank maar raichel
verdieping maar verdeep of stëze
verraden maar verroie
vlug maar ràp
voetballen maar sjotte
voetpad maar trotwair, lantoeër
voortdurend maar hieël den taid
wang maar koak
weg, zijn we ~ ? maar zèmme wèg?
weg, hij is ~ maar à j is goan ewèè
wrijven maar rëse
zakmes maar pènemès
zeveren maar mëze
zoals maar gelàk dà of gelàk às ipv. zoe w às
Abonneren op:
Posts (Atom)