Gender of nouns is in het Engels zeer eenvoudig. Alle personen zijn mann.(he-woord) of vrouw.(she-woord). Als er geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannetjes- en wijfjesdieren, zijn alle niet-personen (it-woord) neuter (neutraal: di. geen van beiden) dus onzijdig. Het geslacht van Engelse naamwoorden heeft behalve de bezittelijke woorden geen invloed op de taal. Er zijn uitzonderingen te bedenken bij voertuigen, aardrijkskundige namen en misschien nog andere categorieën van woorden.
In het Frans zijn er slechts twee geslachten: un of une. In Romaanse talen heeft het geslacht een invloed op toegevoegde adjectieven, pronomina, lidwoorden.
In het Duits, Nederlands, Vlaams - wat andere Germaanse talen betreft waarschijnlijk ook - hebben substantieven een eigen geslacht. Waarom das Auto sächlich is, der Käse männlich en die Hand weiblich is, is historisch na te gaan.
In de Nederlandse standaardtaal gaat deze herkenning zienderogen achteruit, omdat ze niet meer gepaard gaat met een verschillende, onderscheidende uitspraak. Ons geheugen, onze hersen-database - wordt niet meer bij elk gebruik geoefend en een herinitialisering is niet meer gebeurd sinds onze kindertijd. Enkel het onderscheid tussen het- en de-woorden blijft voorlopig overeind.
In het dialect zorgt de uitspraak van lidwoorden, voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en uitgangen voor de ononderbroken en bewuste herkenning van het geslacht van naamwoorden.
Nadat mij de vraag gesteld werd, welk geslacht waterlopen hebben, kwam mij tijdens het lezen van Noam Chomsky's 11 sept - Vragen en antwoorden, de volgende zin voor ogen: "Ik ben oprecht verbaasd dat iemand deze vraag zelfs maar kan stellen - vooral in Frankrijk, dat zijn eigen bijdrage heeft geleverd aan massale staatsterreur en geweld, wat toch zeker niet onbekend is."
Ik stelde mij de vraag: "En hoe zit het met de namen van landen?"
In het Frans mann.(au) vr.(en) of meerv.(aux).
In het Nl. is het rijk, het land, het gebied onzijdig. Naar analogie zijn namen van landen onzijdig. Maar de vraag stelt zich zelden, behalve met het betrekkelijk voornaamwoord dat, zoals in het voorbeeld.
Wat waterlopen betreft, spreken we in het dialect van een beek, een gracht, een rivier, een vaart, een sloot, (de vrouwelijke) het kanaal, het water, het meer, (de onzijdige) maar ne stroom, nen donk, (de mannelijke).
In verband met de regel van de analogie met hun grondwoord zijn naar mijn gevoel ne stroom wel mann. en een rivier niet vrouwelijk (hoewel stromen in het Frans Le Rhône, Le Saône wel mann., maar La Loire, La Garonne, La Seine vrouw.) Vlaamse rivieren voel ik ook als mannelijk: de Rupel, den Dijle, de Nete, den Demer, de Leie, den IJzer, ... is buiten zijn oevers getreden. Idem voor de Ourthe, de Vesder, de Samber.
Uitzonderingen 't Scheld en 't Schijn zijn onzijdig.
Beken en vaarten voel ik aan als vrouwelijk: De Zanderbeek, de Vrietselbeek, de Damse vaart is buiten haar oevers getreden.
Ook het woord "rivier" zelf is voor mij vrouwelijk.
vrijdag 26 juni 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
5 opmerkingen:
Wat is het verschil tussen een rivier en ne stroôm?
In elk geval vormd dees een bevestiging: rivieren zijn in den regel mannelijk. In in het verleden zal vele rivieren vrouwelijk zijn geweest, dus als iemand bvb "Schelde" nog vrouwelijk aanvoeld wegens de slot-e (van diejen aard waren alle uitzonderingen bij Filip), zou ik da ni willen afkeuren.
Afgezien van de vraag in welke verdêling het meêst voôrkomd: We kunnen stellig beweren dat het Antwerps hier heêl systematisch te werk ga
Nogmaals bedankt voor uw hulp!
Op de DBNL bestaat trouwens ergens wat informatie over dees vraag, maar ze was ni erg duidelijk over den hedendaagsen toestand. Wel weet ik zeker dat er heel wat veranderingen zijn opgetreden doorheen de taalgeschiedenis, en ik zou aannemen dat het Duits (dankzij z'n duidelijker geslachtsmarkeuren die veranderingen tegenhouden) dichter bij d'oôrspronkelijke verdêling ligd - daar zijn heêl wa rivieren mannelijk, andere weer vrouwelijk
als Schelde mannelijk is dan Oêsterschelde ook. dan zou het dus "den Oêsterschelde" moeten zijn. volgens mij zegd iedereen echter "d'Oêsterschelde".
(Johan: de Schelde splits in Holland in d'Oêsterschelde en de Westerschelde)
Met d'OeësterSchelde heeft Krommenaas een punt. Inderdaad vr. Maar 't Scheld zelf samen met het Groot en Klein Schijn zijn onzijdig in het Antwerps.
ne Stroom zou uitmonden in de zee, terwijl een rivier in ne stroom uitmondt. Ze zijn alletwee mannelijk, omwille van hun groter debiet.
Beetje in Antwerpsch Idioticon rondgesnuffeld, en de Nete is er vrouwelijk (de autheurs schrijven "der kleine Nete")
Der is ook een water dat "d'Aa" heet dat ook v. is, al ben ik niet zeker of dat nu een beek of een rivier was
Een reactie posten