zaterdag 11 oktober 2008

Het letterteken H

In de standaardtaal wordt de ha (Fr. hache, Antw. he, Eng. eitsj) aangeblazen. Uit mijn humaniora herinner ik mij de spiritus asper (harde ademtocht) en lenis (zachte ademtocht) op een Griekse klinker en de asper ook op de "rho". Ik weet niet of acteurs en redenaars in hun opleiding een articuleer-cursus krijgen waarin ze de ha leren aanblazen. Toen Tom Pigmans ons voorbereidde op een massaspel in de Antwerpse Beurs aan de Twaalfmaandenstraat, moesten we komen repeteren op vrijdagnamiddag na schooltijd in de spits van 4 tot 6, terwijl de trams voorbij-denderden en de auto's voortraasden. Hij stond aan de ene zijde van de speelplaats van het OLV-college en wij aan de andere kant en we moesten onze tekst verstaanbaar maken. Onder het koepelgewelf in de beurs is dezelfde akoestiek als in het amphiteater van Delphi, in de galerij rondom wordt het geluid gedempt en is een gesprek onverstaanbaar voor wie onder de koepel staat. Het publiek voor het massaspel zou ook in de galerij zitten, dus moesten we verstaanbaar zijn en die geluidsbarrière overbruggen door articulatie en stemkracht.

De sjwa en de doffe e vergen geen inspanning behalve het uitademen. De ha aanblazen vraagt een ernstige inspanning (met trilling van de stembanden). We kunnen stellen dat de h een stemhebbende doffe e is. Omdat de weg van de minste inspanning gezocht wordt, horen we de h niet in het Antwerps. Wil dat zeggen dat de letter h dan kan geschrapt worden in de spelling? Ik vind van niet. We kunnen evengoed als axioma stellen dat ze wel geschreven wordt, maar niet aangeblazen. Ze is er wel, maar ge hoort ze niet.

We oren er en der dat eel veel kritiek geoord (g'oord) wordt, als de ha naar het kerkof moet. Et is al meer dan eens eraald dat de eer van de eren taalkundigen op et spel gezet wordt. Oe wordt et verschil nu gezien tussen

hecht en echt, huren en uren, eg en heg, oren en horen, haast en aast, hint en int, haas en aas, eg en heg, hik en ik, aar en haar, hoor en oor, oom en home, es en hes, hoog en oog, halen en alen, ut en hut, al en hal, iel en hiel, el en hel, hijs en ijs, hei en ei, ooi en hooi, aai en haai, hoven en oven, ark en hark, heb en eb, aten en haten, alm en halm, els en hels, eerlijk en heerlijk, aalt en haalt, haal en aal, als en hals, heelt en eelt, en en hen, een en heen, aan en haan, aak en haak, eerst en heerst, of en hof, ... Had en at, uit en huid mogen hier niet in het rijtje staan, maar de letter h staat in veel samenstellingen en afleidingen binnenin het woord.


Spelling is klanken zien als ze geschreven staan. Bij het lezen worden de op het netvlies gevallen tekens omgezet in woorden of klanken die een betekenis hebben. Het woord- of klankbeeld wordt door onze taalcomputer razendsnel omgezet in begrip. We zijn nog niet in staat om op onze harde hersenschijf woord- en klankbeelden te wissen en te vervangen met de vingerknip. Het zal dus enige tijd duren voor we ons aangepast hebben aan de invoering van een nieuwe "munt".

veruis onteemde b'angen g'angen veralen windoos, lustof, verandeling, andel, geësen, veroren, beoren, ontaasten, outandel,

Er is evenmin een verschil tussen de uitspraak van ei en ij, van ou en au (in de standaardtaal), tussen i en y, c en k/s. Waarom mogen die twee versies naast elkaar blijven staan? Als reden wordt dan aangegeven: om de taalgebruikers niet "al te zeer" te vervreemden van het bekende woordbeeld.

Geen opmerkingen: