In de standaardtaal is de lange, scherpe, open a, uitgesproken vooraan in de mond, de meest frequente. "Het Spaanse graan heeft de orkaan doorstaan" uit My Fair Lady wordt op voortreffelijke wijze uitgesproken door Martine Tanghe. Dit is de a-klank waarmee de meeste Antwerpenaars zich verraden bij een uitspraaktest.
Nochtans spreken zij tweemaal dezelfde klank correct uit als ze de naam van hun stad uitspreken. Ze gebruiken die lange a-klank alleen in de combinatie van "-an-" en "-er/ar-" in mand, strand, zand, kant, bank, werk, zerk, berg, warm ... /màànt, stràànt, zàànt, kàànt, bààngk, wààrek, zààrek, bààrech, wààrem/
Als ze een a/aa geschreven zien in een open/gesloten lettergreep spreken ze een lange, half-open o-keelklank uit.
straat /stroat/ wafel /woa fel/
Als ze een lange a moeten uitspreken, denken ze aan de lange keel-a die in het Antwerps uitgesproken wordt in vrouw, blauw, rouw/rauw of als eerste deel van de tweeklank ei/ij (blij, kei, mij/ei, drie). Maar deze klank komt in het AN niet voor.
De korte, zachte keel-a van het standaard Nederlands (in bad, kat, lam, val, das) komt in het Antwerps enkel voor in de combinatie van -al (a+ l) stal, vallen, als, bal, alles.
De korte Antwerpse a-klank hebben we uit het Frans overgenomen. De Fransen vormen hun klanken voornamelijk in de voorste gedeelte van de mond. Ze kennen wel neusklanken of nasalen. Deze scherpe à van Çois (swà), caca, là, ma spreken we uit in zàk, zàg, zàt, (maar niet in zal) en komt ook niet voor in het AN.
Het Antwerps heeft dus 2 a-klanken meer dan de standaardtaal: de korte à in "wràt" en de lange aa in "gauw" (gaa) en "mij" (maa(j)).
Maar er zijn overal uitzonderingen op algemene regels. Maand /mëngt/ wordt met een doffe e uitgesproken zoals maandag /më ng dàg/. Maan is met een lange o-klank /moan/. De AN-uitspraak van maand betekent in het Antwerps mand(!)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten